“Je ligt onder een steen als je nu nog niet door hebt dat onze economie een circulaire economie gaat worden.” Jan Hoek, tot voor kort één van de twee voortrekkers van de circulaire MRA-agenda, maakt van zijn hart geen moordkuil. “Ik heb zelf mijn wethouderschap ingevuld met de slogan ‘Van duurzame dingen doen naar de dingen duurzaam doen. Het moet overal en altijd duurzaam.”
Samen met de Haarlemse wethouder Robbert Berkhout was Jan Hoek de afgelopen jaren boegbeeld van het programma Circulaire Economie van de MRA. Beiden tonen zich enorm gedreven voor de duurzame zaak. Berkhout gaat door, maar Hoek is gestopt: zijn partij GroenLinks maakt geen deel uit van het nieuwe college van Almere.

Tien circulaire geboden
Zijn passie voor de ‘groene zaak’ gaat echter niet direct voor de MRA verloren: samen met Berkhout schreef Hoek een overdrachtsdocument met tien circulaire geboden. Waarom? “De toegevoegde waarde vanuit de MRA om vaart te zetten achter de circulaire economie is de afgelopen jaren klip en klaar naar voren gekomen.” De markt is er volgens hem rijp voor. “Veel bedrijven staan in de startblokken om duurzame producten te ontwikkelen. Of hebben deze al op de plank liggen.” Wat zo’n transitie volgens hem wel lastig maakt, is dat er altijd mensen zijn die de laatste restjes van het oude systeem nog even willen verdienen. “Met weinig kosten maken, veel willen verdienen. Daarom is het van belang om gezamenlijk in de aanbesteding een bepaald minimumpakket op tafel te leggen. Daarmee maak je het voor bedrijven aantrekkelijker om zich op die markt te bewegen. Zie hier het belang van standaardiseren.”
Gerommel in de marge
De tien circulaire geboden spreken voor hem voor zich. “Ik ga er niet eentje uitlichten, het is een integraal actiepakket. Overheden moeten hun voortrekkersrol op dit gebied pakken, waarbij bestuurders uitstralen dat ze dit echt belangrijk vinden. Dit betekent dat je binnen en buiten je eigen organisatie ambassadeur bent. Plus waar nodig vooraan staat om extra duwtjes geeft.” Het document is dan ook vooral opgesteld om de nieuwe lichting bestuurders te enthousiasmeren om vanaf de aftrap hun stinkende best te doen om werk te maken van de circulaire economie. Hoek licht dit toe aan de hand van zijn persoonlijke ervaringen. “Toen ik in Almere aantrad als wethouder duurzaamheid had ik het idee dat ik me vooral moest inzetten voor de energietransitie. Om twee redenen ben ik daar vrij snel van teruggekomen. Het hele energiegebeuren is vooral een landelijke opdracht. Het gaat om zo achterlijk veel geld dat gemeenten niet zonder de steun van het Rijk kunnen. Zonder uitgebreide financiële ondersteuning blijft het toch een beetje gerommel in de marge. Tegelijkertijd zag ik dat er voor gemeenten op het gebied van het aanjagen van de circulaire economie wel heel veel mogelijkheden zijn. Te meer daar hier direct veel nieuwe werkgelegenheid aan vast zit.” Inmiddels is Hoek overigens wel heel blij met het omvangrijke klimaatfonds van het kabinet. “Daardoor komt er eindelijk wat beweging in de zaak. Alleen heeft het allemaal veel te lang geduurd.”
‘De circulaire economie moet je voelen, zien
en ruiken, dus ga op ontdekkingstocht’
Integraal oppakken
Hoek vindt dat het verduurzamen van de samenleving ieders verantwoordelijkheid is, ook op bestuurdersniveau. “Het is geen onderwerp meer om uitsluitend aan de bestuurders op het gebied van duurzaamheid over te laten.” Zijn standpunt op dit gebied heeft zijn sporen nagelaten: hij stond aan de wieg van de recente opheffing van het portefeuillehoudersoverleg Duurzaamheid. “Duurzaamheidsbeleid moet getrokken worden door alle wethouders, want het onderwerp ligt op ieders bordje. De circulaire economie is nu, samen met de energietransitie, onderdeel van het MRA-platform Economie.” Hij heeft het gevoel dat hiermee de steen gelegd is om door te pakken. “Er zal heus wel hier of daar nog iemand tegenstribbelen. Maar door de bank genomen staat duurzaamheid nu goed op de kaart.”
Duurzaamheidsagenda
Hoek wijst erop dat de weg naar een duurzame samenleving veel verschillende stepping stones kent. In dit verband wijst hij op de duurzaamheidsagenda van Almere. “Hierin staan drie transities centraal, duurzaam beheer, duurzame inkoop en duurzame gebiedsontwikkeling. Dat zijn de onderwerpen waar je als gemeente echt het verschil kunt maken.” Hoek noemt het bijzonder dat duurzame gebiedsontwikkeling vervolgens furore heeft gemaakt. “Er komen natuurlijk wel veel vragen over hoe je hier werk van kunt maken. Dat heeft geresulteerd in de notitie Duurzame Gebiedsontwikkeling. Gebiedsontwikkelaars hebben hier veel houvast aan. Natuurlijk gaan ze niet ineens in één dag van 0 naar 100, maar men is duidelijk stappen aan het zetten. Ook dit thema had overigens al vrij snel eigenlijk geen wethouder duurzaamheid meer nodig.”
Tastbare producten
Een concreet resultaat van wat er mogelijk is valt tot 9 oktober te bewonderen op de Floriade. “Onder de naam Circuloco is hier een paviljoen gebouwd, uiteraard circulair, voor circulaire ondernemers uit Almere. Zij maken door het tentoonstellen van hun producten de circulaire economie tastbaar.” Trots is hij ook op het Upcycle Station in zijn gemeente. “Almere heeft de mooiste milieustraat van de Metropoolregio Amsterdam. Te meer daar er ook bedrijfsruimtes inzitten voor circulaire ondernemers. Je ziet hier heel concreet dat de schoorsteen van de circulaire economie rookt. En het milieu heeft er geen last van, integendeel.”
Hoek wenst tot slot alle nieuwe bestuurders in de metropoolregio het plezier toe van een eigen ontdekkingstocht in de circulaire economie. Hij adviseert hen om, net als hijzelf heeft gedaan, regelmatig een kijkje te nemen in de keuken van circulaire ondernemers. “Van huis uit ben ik een eenvoudig jurist en ik vond het superleuk om bij allerhande ondernemers op bezoek te gaan. Stuk voor stuk mensen die gedreven zijn door een mooie combinatie van passie, duurzaamheid en gewoon de wens om geld te verdienen met het maken van nieuwe producten uit oude. Superleuk en inspirerend. Dan zie je concreet dat de circulaire economie geen papieren exercitie meer is. Het is al lang serious business en dat moet je voelen, zien en ruiken, dus ga erop uit.”