Stapsgewijs ieder jaar minder afval inzamelen staat hoog in het vaandel van de MRA-gemeenten. Het parool luidt immers ‘op naar een circulaire economie’. Alleen gebeurt het veel en veel te langzaam. Heel frustrerend, vindt wethouder Bart Heller van de gemeente Hilversum. “We slagen er niet in om de resultaten te boeken die we ambiëren. Daar komt bij dat de kosten steeds hoger worden.”
Zijn frustratie leeft breed: recent namen de leden van de G40 een motie van de gemeente Hilversum aan om dit aan te kaarten tijdens het jaarcongres van de VNG. ‘Stop met sturen aan de achterkant’ luidt de aanhef. Met succes, want het congres heeft de motie met een overweldigende meerderheid (99,36%) aangenomen!
Geen invloed
Raak gekozen, want de huidige inzameling is niet gericht op circulariteit, terwijl de gemeenten verantwoordelijk zijn voor de inzameling en verwerking. “Dit betekent dat wij geen invloed hebben om de huidige praktijk grondig te veranderen richting circulariteit. Wij staan aan het eind van die keten en moeten het aangeboden afval verwerken. Iets wat jaar in jaar uit de burger steeds meer geld kost. Het komt op ons af en we hebben vrijwel geen invloed op de kwaliteit en de omvang. In het verleden hadden we nog goede hoop dat we door goed te scheiden geld konden verdienen, maar door de slechte staat van de afvalstromen lukt dat niet.”

Sturen aan de voorkant
Wat moet er dan anders? “Als je echt impact wilt hebben, moet je aan de voorkant zitten. De echte winst zit niet aan het einde van de keten, maar in de ontwerpfase.” In het verlengde hiervan pleit Heller ervoor om de producenten die circulariteit serieus nemen te belonen. “Dat is nu nog maar beperkt het geval. Ook moet de consument er meer baat bij hebben om circulaire producten te gebruiken, want op dit moment maakt dat niet of nauwelijks uit. ”
Producentenverantwoordelijkheid
Zijn motie richt zich op het uitbreiden van de producentenverantwoordelijkheid voor consumptiegoederen en verpakkingen. “Ontwerpers én fabrikanten moeten gestimuleerd worden om rekening te houden met hergebruik na de levensduur van het product. Ik vind dat alle gemeenten dit als uitgangspunt moeten nemen in de gesprekken met het Rijk.” Heller voelt zich met zijn pleidooi geen roepende in de woestijn. “De reacties tijdens de recente bijeenkomst van de G40 waren unaniem positief. Ik heb er goede gesprekken over gehad. Alle gemeenten worstelen hiermee. Het ligt niet aan gemeente A, B of C. Het ligt aan het algemene beleid.” Hij hoopt dat ook de MRA druk gaat uitoefenen op de landelijke gesprekspartners. “Des te eerder kunnen we resultaten behalen. Het gaat erom dat we de verschillende afvalstromen goed en zinvol weten te scheiden, variërend van luiers tot matrassen. Zo niet, dan dreigen we als samenleving onze doelstellingen op het gebied van circulariteit niet te halen.”
Heller roept alle betrokkenen op om met gezond verstand en open-mind naar deze problematiek te kijken. “De verantwoordelijkheid voor het verwerken van afval moet veel dichter bij de producent komen te liggen. Niet alleen uit het oogpunt van circulariteit, maar ook om een halt toe te roepen tegen de alsmaar toenemende kosten op de gemeentelijke begrotingen.”