‘Kiezen voor wat nodig is voor de Metropool van Morgen: Anders kijken, anders doen’. Aldus luidt de oproep van de Amsterdam Economic Board en de Metropoolregio Amsterdam in de aanloop naar de nieuwe MRA Agenda. In die oproep, voorbereid met vertegenwoordigers van organisaties uit de regio, werd weliswaar vastgesteld dat er veel goed gaat in onze regio, maar dat de transities om grotere stappen vragen. De grenzen van duurzame ontwikkeling worden overschreden: “We zijn als land niet in staat sturend te zijn in de huidige problematiek. We lopen vast in de keuze voor richting en aanpak.”

Allerlei rapporten, onder meer van onze planbureaus, bevestigen het beeld dat de transities verlopen als processies van Echternach. Soms twee stapjes in de goede richting, dan weer een stap terug. Kortom, te traag om onze ambities te halen. Voor het maken van de noodzakelijke versnelling lijken we vooral te vertrouwen op de technologische vooruitgang.

Natuurlijk, innovatie is nodig om onze productieprocessen schoner, zuiniger en efficiënter te maken. Maar technologische vooruitgang helpt de noodzakelijke transities niet per definitie vooruit. Daarop wijst ook de econoom Paul Schenderling. Centraal in zijn werk staat de ‘Jevons paradox’: meer efficiëntie in energie leidt tot meer consumptieve vraag, waardoor van een absolute reductie nooit sprake kan zijn. De winst door hogere efficiency lekt daardoor weer weg.

‘Zet in op een verschuiving van kwantitatieve
groei naar kwalitatieve groei’

Schenderling illustreert dit aan de hand van personenauto’s. Deze zijn in afgelopen decennia weliswaar veel efficiënter geworden, maar door de overgang op steeds zwaardere auto’s is het brandstofverbruik per auto nauwelijks afgenomen. Waar de discussies nu vooral focussen op de aanbodzijde, zou het in zijn ogen veel nadrukkelijk om de vraagkant moeten gaan. We moeten minder en vooral anders consumeren. Dit betekent dat het beleid zich niet alleen moet richten op het beïnvloeden van de productie, maar ook op het veranderen van de consumptie.

Groene groei is in de ogen van Schenderling een illusie. Wat nodig is, is een verschuiving van kwantitatieve groei naar kwalitatieve groei en een verschuiving van belasting op arbeid naar belasting op consumptie. Wat mij betreft moeten we – gegeven de trage voortgang van de transities – als regio de komende tijd de analyse en aanbevelingen van Schenderling maar eens serieus met elkaar bespreken. De Amsterdam Economic Board is inmiddels een leerreis gestart waarin het denken van mensen als Schenderling wordt verkend in relatie tot de textielsector. Chapeau!

Edwin Oskam
Programmamanager duurzaamheid MRA
e.oskam@amsterdam.nl / 06 13546510