De MRA-inzet op het gebied van de circulaire economie en de energietransitie wordt steeds concreter, constateert gedeputeerde Zita Pels van de provincie Noord-Holland. “Als we een duurzame regio willen worden, hebben we elkaar keihard nodig. Gelukkig weten we elkaar zowel ambtelijk als bestuurlijk beter te vinden en werken we toe naar een gezamenlijke focus.”

Aan alles merkt Zita Pels dat het draagvlak om de mouwen op te stropen voor de MRA-duurzaamheidsagenda groeiende is. “We slagen er steeds beter in om onze ambities om te zetten in concrete acties. Alle betrokkenen zien bovendien meer en meer de noodzaak om samen op te trekken. De circulaire economie en de energietransitie kun je immers niet binnen je eigen gemeentegrenzen vormgeven, daar hebben we de regioschaal voor nodig.” Leren van elkaar kan in haar ogen al veel verschil maken. “In de praktijk zie je dat de ene gemeente sneller of juist langzamer is dan de ander. Laten we elkaar veel meer bevragen op hoe dit kan. De antwoorden geven inzicht in wat werkt en wat daarvoor op het gebied van kennis, geld en bestuurlijk support nodig is. Met name dit laatste is belangrijk om in MRA-verband meer meters te maken.”

Groene herstelkoers
De actualiteit verhoogt volgens Pels de urgentie met de dag. “Ik zie de crisis niet direct als een kans, maar wel als kantelpunt. Door de grote impact van het coronavirus staan we voor een combinatie van uitdagingen die ongekend is. Dit vraagt om nieuw leiderschap.” In dit verband ziet zij wel mogelijkheden. “Recent hebben we voor het eerst in MRA-verband gesproken over de haakjes die de huidige economische onzekerheden bieden om te komen tot een groene herstelkoers. Er was alom enthousiasme om de herstart van de economie duurzaam vorm te geven. Te meer daar juist in de energietransitie en de circulaire economie kansen liggen om veel nieuwe werkgelegenheid te creëren.”

Gedeputeerde Zita Pels: “Als overheden hebben wij geen fabriek of boerderij, dus we hebben ondernemers keihard nodig voor de transitie naar een duurzame economie”

MRA Green Deal
Besloten is dat de mogelijkheden voor een duurzaam herstel worden gebundeld in een MRA Green Deal. “Alleen al op het gebied van de gebouwde omgeving, de industrie en de mobiliteit liggen er tal van aangrijpingspunten.” De komende tijd gaan de wethouders steun voor de deal vragen binnen hun colleges. “De gekozen insteek is immers veel breder dan de eigen duurzaamheidsportefeuille. We hebben alle betrokken bestuurders hard nodig. Al komend najaar hopen we de Green Deal te presenteren.”

Pels wijst erop dat aan de MRA-bijeenkomst ook vertegenwoordigers van het bedrijfsleven meededen. “Net als de bestuurders vinden zij het inzetten op groene werkgelegenheid een belangrijke factor om deze crisis met succes te lijf gaan. Als overheden hebben wij geen fabriek of boerderij, dus voor het daadwerkelijk produceren van duurzame producten hebben we ondernemers keihard nodig. Zij maken uiteindelijk die verandering waar. Vanuit de MRA kunnen wij faciliteren, stimuleren en waar nodig normeren, maar we kunnen het niet zonder het bedrijfsleven voor elkaar krijgen. Het is dus bittere noodzaak dat het bedrijfsleven net zo achter onze Green Deal staat als alle MRA-overheden.”

Verbinder
Intussen wordt er in de hele provincie flink aan de duurzame weg getimmerd. Recent zijn de concepten gereed gekomen voor de regionale energiestrategieën voor het noordelijk en het zuidelijk deel van de provincie. Zelf is ze flink gevorderd met het ontwikkelen van een programma voor de circulaire economie. “Hierin benutten we onze positie als provincie om bij te dragen aan het realiseren van de MRA-ambities. Een eigen programma is sowieso nodig, want de inzet van Noord-Holland Noord is een essentieel onderdeel van de transitie. Daar komt bij dat we als provincie een rol hebben als verbinder. Niet alleen tussen de verschillende gemeenten en de MRA-overheden, maar ook zeker richting Rijk en Europa. In ons programma maken we dit concreet. Verder geven we in ons programma aan hoe we de eigen inkoopkracht gaan inzetten.”

Leiderschap
Terug naar de MRA. Er is haar veel aan gelegen om de MRA-samenwerking te verstevigen, vooral door samen keuzes te durven maken. “Niet omdat het moet van de MRA, maar vanuit het besef dat we met elkaar de meeste impact weten te realiseren. Het is mijn grote wens dat we gezamenlijk leiderschap gaan tonen in de uitdagingen waar we voor staan. Dit betekent dat we elkaar daarin durven aan te spreken als zaken niet snel genoeg van de grond komen. Juist deze coronatijd vraagt om een actieve rol van de overheid.”