Met de maatregelen die het kabinet aankondigt in het Nationaal Programma Circulaire Economie 2023 – 2030 (NPCE) komen we er niet. Dat schrijft de SER in zijn recente briefadvies Meer vaart maken met de grondstoffentransitie. Een niet erg hoopgevende constatering van dit belangrijke adviesorgaan van de regering. De SER spreekt daarbij de angst uit dat het circulaire economiebeleid ondergeschikt wordt aan het klimaatbeleid en de energietransitie.

Waar de energietransitie inmiddels wordt ondersteund met stevige budgetten op nationaal en Europees niveau, geldt dat voor de grondstoffentransitie zeker niet. En dat is zorgelijk omdat we weten dat de stappen die we nu zetten voor de energietransitie op termijn tot nieuwe problemen zullen leiden. Denk aan het gebruik van allerlei schaarse materialen voor bijvoorbeeld rotorbladen van turbines, zonnepanelen en accu’s van elektrische voertuigen. Dit gebruik maak ons niet alleen afhankelijk van landen waarvan we liever niet afhankelijk willen zijn, maar leidt op termijn ook tot nieuwe reststromen die we niet of nauwelijks kunnen hergebruiken.

Zonder grondstoffentransitie dreigen we door onze inzet op de energietransitie terecht te komen in nieuwe lock in’s en komen de klimaatdoelen in de knel. Dit betekent dat we radicaal efficiënter moeten omgaan met grondstoffen, materialen en producten. Zo niet dan  blijven we immers gedwongen om deze te importeren uit andere landen met CO2-uitstoot aldaar tot gevolg. De grondstoffentransitie – nodig voor die circulaire economie – is dus cruciaal om de realisatie van de klimaatdoelen te versnellen.

In onze regio werken we al langere tijd aan zowel de energie- als de grondstoffentransitie, maar aandacht voor de verbinding tussen beiden is er nog onvoldoende. Laten we daar met elkaar verandering in brengen en gehoor geven aan de oproep van de SER door het verbinden van de energie- en grondstoffentransitie als opgave op te nemen in de nieuwe MRA Agenda. Om daarop voor te sorteren is inmiddels een traject gestart dat ons inzicht moet vergroten in de samenhang tussen beide transities. Inzet daarbij is niet alleen om met elkaar te verkennen wat de gezamenlijke aanpak van de energie- en grondstoffentransitie voor de MRA-overheden inhoudt en wat daarvoor nodig is, maar ook om een scherper beeld te krijgen van de acties die er op het snijvlak van deze  terreinen al lopen. Dat biedt gemeenten, provincies en een organisatie als de MRA inzicht in kansrijke interventies om de verbinding tussen beide transities verder te versterken.

Neem gerust contact met me op als je meer wilt weten of over of betrokken wil zijn bij dit traject.

Edwin Oskam
Programmamanager duurzaamheid MRA
e.oskam@amsterdam.nl / 06 13546510