Binnen het programma Duurzaam geven MRA-partijen uitvoering aan meerdere ambities op het gebied van de energietransitie en de circulaire economie. De Flevolandse gedeputeerde Cora Smelik, voorzitter van het MRA-portefeuilehoudersoverleg Duurzaamheid, vindt dat de vaart er steeds beter in komt. “Er gebeurt van alles. Ik zie passie en bevlogenheid.”
Op hoofdlijnen is Cora Smelik zeer te spreken over de duurzaamheidsaanpak van de MRA. “Inmiddels hebben we de schouders onder een flink aantal concrete lijnen gezet. Op energiegebied gebeurt van alles, heel inspirerend. Hetzelfde geldt voor circulair inkopen, daar zit veel energie op. De Roadmap Circulair Inkopen is zelfs zo goed dat in Flevoland alle gemeenten, dus ook die niet meedoen aan de MRA-samenwerking, hetzelfde pakket hebben ondertekend. Bijzonder hoor, dan heb je er zomaar vier gemeentes gratis bij die hetzelfde afsprakenpakket ondertekenen.”
Niet alles gaat overigens vlekkeloos. “Sommige dingen komen minder goed uit de verf, neem de luierpilot.” Zij doelt op het initiatief van de MRA om het hergebruik van luierafval te bevorderen. Het Amsterdamse Afval Energie Bedrijf (AEB) was bereid deze afvalstroom te verwerken, maar opeens viel vorig jaar bij het bedrijf van alles uit als gevolg van technische mankementen. “We waren net goed op stoom. Dan heb je even pech, maar het toont wel aan dat wij echt bereid zijn om concrete stappen te zetten.”
‘Het is belangrijk om met alle
spelers in contact te blijven’
33 bestuurders
De samenwerking binnen de Metropoolregio Amsterdam (MRA) vindt Smelik overigens geen sinecure. “Het gaat om een fiks aantal partijen, variërend van groot tot klein. Maar liefst 33 bestuurders hebben duurzaamheid in hun portefeuille en daarvan komen er dan zeven bij elkaar als regiovertegenwoordigers. Dat heeft voordelen omdat je, zij het indirect, alle regio’s betrekt. Tegelijkertijd is het voor die zeven bestuurders best lastig om de wensen van alle afzonderlijke gemeentes die zij vertegenwoordigen goed voor het voetlicht te laten komen. Hetzelfde geldt voor het verkrijgen van draagvlak voor onze besluiten. Met name kleinere gemeenten kunnen niet altijd capaciteit vrijmaken om mee te doen. Maar iedereen mee laten praten betekent dat je al gauw in een Poolse landdag beland waar weinig concreets uit komt.” In dit licht kijkt zij tevreden terug op de eerste editie van de Duurzaamheid Top afgelopen najaar. “Ik vond het hartstikke mooi dat iedereen in deze setting bij elkaar kwam en mee kon praten.”
Verschil in dynamiek
Aandacht verdient ook het feit dat de dynamiek in de regio behoorlijk kan verschillen. “De één loopt wat sneller dan de ander. Je wilt begrip hebben voor iedereen, maar de langzaamste moet natuurlijk niet het tempo bepalen. Je moet dus goed bekijken wat we echt gezamenlijk willen oppakken. Soms is het bijvoorbeeld slimmer om eerst gewoon met een kopgroep een onderwerp op te pakken. Anderen kunnen dan later aansluiten.” Sowieso vindt zij het belangrijk om elkaar met raad en daad op weg te helpen. “In de hele regio spelen prachtige initiatieven, heel inspirerend. Dan is het goed om van elkaar te leren. Laten we elkaar waar mogelijk helpen en versterken.”
Verankeren
De komende tijd verdient volgens Smelik het integraal verbinden van duurzaamheid met alle thema’s die in MRA-verband spelen nadrukkelijk aandacht, met name woningbouw en mobiliteit. “Ik vind het belangrijk dat we duurzaamheid hierin echt borgen. We willen immers alle dingen duurzaam doen.” Tegelijkertijd erkent ze dat dit gemakkelijker gezegd is dan gedaan. “Binnenkort verschijnt de nieuwe MRA Agenda en duurzaamheid is als ambitie hierin verweven. Het hangt over het hele document heen, maar het vereist zeker de nodige aandacht om ervoor te zorgen dat dit daadwerkelijk goed van de grond komt. Het verankeren van duurzaamheid is nog een uitdaging.”
‘De rest van Nederland kan haar voordeel doen met
onze aanpak, daar ben ik van overtuigd’
Pas op de plaats
In juni vindt in principe de tweede editie van de Duurzaamheid Top plaats. Als het aan Smelik ligt wordt de bijeenkomst vooral benut om de saamhorigheid te vergroten en geen nieuwe zaken te agenderen. “We kunnen er wel meer bij halen, maar het is de vraag of er meer uitkomt. “Tijdens de eerste top is een aantal belangrijke afspraken gemaakt. Ik denk dat we het vooral moeten hebben over hoe we hierin echt stappen kunnen maken. Wat loopt goed, wat niet, wat moeten wij nog aanscherpen? Kortom, ervoor zorgen dat de gemaakte afspraken goed landen zodat ze straks als resultaat te oogsten zijn. Plus daarbij lef tonen door een aantal dingen uit te proberen, ook al gaan we dan soms op onze snufferd.” Als voorbeeld noemt Smelik de aanbesteding van de afspraken die over duurzaam inkopen zijn gemaakt. “In de praktijk blijkt het behoorlijk ingewikkeld om over te stappen op een circulaire manier van aanbesteden. Geregeld stuit je bijvoorbeeld op een taakstellend financieel budget bij een projectleider, waardoor de boel blokkeert. Het is geen kwestie van één standaard paragraafje in alle aanbestedingsdocumenten plakken. Het vraagt echt maatwerk, of je het nu over openbaar beheer hebt of de eigen catering. Projectleiders kunnen in allemaal rare dilemma’s terechtkomen. Als bestuurders kunnen we hen hierbij helpen met het neerzetten van goede randvoorwaarden voor circulair inkopen en aanbesteden. Maar laten we niet vergeten dat we heel goed bezig zijn. Wat dat betreft is de MRA een voorbeeld voor anderen. De rest van Nederland kan haar voordeel doen met onze aanpak, daar ben ik van overtuigd. Ik zie heel veel kracht en energie in de regio. Laten we daar wat trotser op zijn met z’n allen.”