Als trainee heeft Gijs Jorna van binnenuit kunnen proeven aan de MRA-samenwerking op het gebied van duurzaamheid. “Voor mij was het een dynamische werkplek. Je moet goed kunnen schakelen en leren om strategisch te denken. Ik vond het zeer leerzaam, te meer daar dit werk vanuit een klein bureau plaatsvindt.”

In zijn rol als trainee is Gijs behoorlijk in het diepe gegooid. “Zeg dat wel en dat vond ik ontzettend leuk en uitdagend.” Naast regulier bureauwerk kreeg hij vrijwel direct enkele inhoudelijke onderwerpen in zijn schoot geworpen. “Mijlpaal was het organiseren van het recente duurzaamheidsymposium. In het verlengde hiervan heb ik de rapportage over de staat van duurzaamheid in de Metropoolregio Amsterdam geschreven. Ook was ik trekker van het biogrondstoffendossier.”

Gemeenten missen kansen
Wat hem heeft verbaasd, is dat een metropoolbrede aanpak heel veel kansen biedt. “Op het gebied van duurzaamheid is iedere gemeente nog veel met zijn eigen aanpak bezig.” Juist wat betreft het leren van elkaar kan er in zijn ogen dan ook een flink tandje bij. “Vooral de krapte in bezitting binnen gemeente is hier debet aan. Door gebrek aan capaciteit kan er te weinig energie worden gestoken in het verbeteren van de verbinding op inhoud tussen de MRA-gemeenten. Veel gemeenten zijn met dezelfde opgaven bezig en kunnen elkaar versterken door kennis uit te wisselen.”

Dat neemt niet weg dat verreweg het merendeel van de gemeenten duurzaamheid hoog op hun agenda heeft staan. “Daar ligt het niet aan. Maar op sommige dossiers, neem de circulaire economie, kun je samen veel meer meters maken. Zo heb je elkaar nodig voor het opzetten van materiaalketens. Laten we alle energie die er in de regio is om te verduurzamen zo efficiënt mogelijk gebruiken.”

Gijs Jorna: “Je hebt elkaar nodig om materiaalketens van de grond te krijgen”

Bermgras
Een interessant inhoudelijk onderwerp vindt Gijs het beter benutten van biogrondstoffen. “Ik ben begonnen met het op een rij zetten van de kansen en de hordes die genomen moeten worden. Vervolgens heb ik me gefocust op het onderwerp maaisel. Er wordt ieder jaar weer ontzettend veel gras gemaaid, bijvoorbeeld langs wegen, en dat blijft vaak liggen of wordt verbrand. Dit verergert het CO2-probleem en is schadelijk voor de biodiversiteit, terwijl dat helemaal niet nodig is. Maaisel is namelijk een nuttige grondstof. Zo kun je er onder andere isolatieplaten voor huizen van makenen landbouwvoeding. Heel bijzonder dat een voor mij tot voorheen onbekend onderwerp zo boeiend en impactvol kan zijn.”

Momenteel leggen zijn oud-collega’s bij de MRA de laatste hand aan een handreiking op het aanbesteden van de verwerking van bermgras. “We hebben al van verscheidene gemeenten gehoord dat ze daar graag gebruik van willen gaan maken.”

Kansen
Wat in zijn ogen een belangrijk focuspunt moet zijn is de inzet op lobby. “Dat gebeurt nu wel, maar op een beperkt aantal gebieden. Bijvoorbeeld met betrekking tot textiel, maar ik denk dat we daar breder op moeten inzetten. Te meer daar de MRA met alle kennis en ervaring een belangrijke gesprekspartner kan zijn.” Een ander aandachtspunt vindt Gijs het onderling verbeteren van de kennisdeling. “Daardoor kunnen de MRA-partners veel efficiënter werken aan de uitdagingen op het gebied van duurzaamheid. Ook met het oog op het monitoren van de voortgang,monitoren we namelijk al heel veel. Laten we die kennis bundelen” Overigens zijn volgens hem de beste resultaten te halen door als individuele partij de ander wat te gunnen. “Je moet soms een stapje terug doen voordat je vooruit kan. Juist op dit punt is er in MRA-verband nog veel winst te behalen.”

Tot slot heeft hij gemerkt dat de MRA nogal los staat van de burgers. “Toch werken we uiteindelijk voor hen. Ik denk dat het belangrijk is dat wij als samenwerkingsverband dat contact niet verliezen. Ik zou het heel mooi vinden om die menselijke kant, zeker als het gaat om duurzaamheid, duidelijker terug te zien in het werk van de Metropoolregio Amsterdam.”

Zelf zet Gijs zijn MRA-ervaring in op zijn nieuwe stek, de gemeente Haarlem. Wat hij op basis van zijn ervaringen een nieuwe MRA-trainee adviseert? “Om er gewoon met gestrekt been in te gaan en niet vast te blijven hangen in de ‘normale’ manier van werken. Te meer daar de rol van de MRA-directie is veranderd. Volgens mij is er nu meer ruimte om het eens anders te gaan doen.”