De komende tijd moeten alle regio’s in Nederland aan de slag met Regionale Energiestrategieën (RES). In hun RES moeten alle regio’s aangeven welke bijdrage zij kunnen leveren aan de op nationaal niveau geformuleerde doelstellingen voor CO2-reductie.
Op nationaal niveau wordt gewerkt aan een Klimaatakkoord tussen het rijk, het bedrijfsleven, publieke belangenorganisaties en de andere overheidslagen, vertegenwoordigd door de koepelorganisaties VNG, UvW, IPO.
Klimaatakkoord basis voor inzet in regio’s
Het Klimaatakkoord gaat over klimaatadaptatie, energietransitie en circulaire economie. Tegelijk wordt gewerkt aan een nationaal grondstoffenakkoord, dat ook raakvlakken heeft met dit thema.
De onderhandelingen over het Klimaatakkoord worden gevoerd aan vijf sectortafels: gebouwde omgeving, elektriciteit, industrie, mobiliteit en landbouw & landgebruik. In juli 2018 is een akkoord op hoofdlijnen opgeleverd Bekijk hier het klimaatakkoord dat op dit moment nader wordt uitgewerkt.
RES geeft regionale invulling Klimaatakkoord
Onderdeel van het Klimaatakkoord is een nieuw instrument: de Regionale Energiestrategie (RES).. Het doel van de RES is om lokale overheden invulling te laten geven aan de landelijke afspraken door samen een regio te vormen. Via de RES moeten de decentrale overheden tot een bod komen dat duidelijk maakt wat hun bijdrage kan zijn aan de nationale opgave, waarna het Rijk toetst of met de som van alle toezeggingen voldaan kan worden aan de nationale en internationale verplichtingen.
De primaire focus van de RES ligt bij de gebouwde omgeving en de elektriciteit. Concreet betekent dit dat in de RES afspraken moeten worden gemaakt over energieopwekking in de regio: waar kunnen bijvoorbeeld windmolens en zonnepanelen geplaatst worden. Tegelijkertijd geeft de RES richtlijnen over hoeveel energie er bespaard kan worden in de gebouwde omgeving, door bijvoorbeeld te isoleren. Samen geven deze onderzoeken een indicatie of de energieproductie in de regio’s in verhouding staat tot de energievraag. De RES biedt zo inzicht in de ruimtelijke en planologische reserveringen die nodig zijn voor de energietransitie.
RES-sen in de MRA
In de MRA zullen in beginsel twee RES-sen worden opgesteld. Eén daarvan heeft betrekking op Flevoland en zal een nauwe verbinding hebben met de Flevolandse Energieagenda waarmee ruim 20 partners (overheid en maatschappelijke organisaties) in de provincie Flevoland begin 2018 akkoord zijn gegaan. Flevolandse Energieagenda. De andere RES zal betrekking hebben op de regio Noord Holland Zuid, maar bij de opstelling daarvan zullen andere regionale strategieën die in ontwikkeling of gereed zijn (zoals de RES van de deelregio’s Gooi en Vecht, Zaanstreek Waterland, Zuid-Kennemerland, de Routekaart Amsterdam klimaatneutraal, de Ontwikkelstrategie Noordzeekanaalgebied) worden gebruikt als bouwstenen.
De rol van de MRA
Hoewel er geen formele rol is voor de MRA in het RES-proces zal de MRA hierbij een rol spelen vanuit haar verbindende kracht op inhoud en organisatie bijvoorbeeld door:
- input te leveren vanuit de lopende MRA-acties (actie 4.9: het Smart Energy innovatieprogramma; 4.10: het Warmte-Koude programma en 4.11: het regionale programma voor energiebesparing in de gebouwde omgeving);
- verbindingen te leggen op thema’s / issues die het niveau van de RES-regio’s ontstijgen en vragen om een (ten minste) MRA-brede aanpak (zoals verkenningen naar geothermie, waterstof, biomassa, energie-infrastructuur, restwarmte van datacenters).
- te ondersteunen bij de organisatie van de integrale afstemming en verbinding met andere MRA-thema’s zoals de woningbouwopgave, mobiliteit, human capital, circulaire economie, landschap, ruimte en economie.
- issues die relevant zijn voor beide RES-trajecten in kaart te brengen en deze namens de MRA als centraal aanspreekpunt vanuit deze trajecten neer te leggen bij het rijk.