De energietransitie raakt iedereen maar niet iedereen op dezelfde manier. Zeker nu stijgende energieprijzen tot energiearmoede leiden is de verdeling van lusten en lasten bij deze transitie nog belangrijker. Eén van de grootste partners, de gemeente Amsterdam, heeft recent een verkenning uitgevoerd naar waar de schoen dan met name wringt. De bevindingen kunnen andere partijen inspireren en wellicht ook leiden tot nieuwe afspraken in MRA-verband.’
“We hebben voor de gemeente Amsterdam een strategische verkenning gedaan naar de sociale impact van de energietransitie”, steekt projectleider Wander Engbers van wal. “Al langer is bekend dat maatregelen op dit gebied niet alle mensen op dezelfde wijze raakt. Sommigen Amsterdammers profiteren ervan maar dit is niet gelijk verdeeld. Neem bijvoorbeeld de subsidies op de aanschaf van dure elektrische auto’s. Dan heb je wel voldoende middelen nodig om een auto te kunnen kopen voor je hiervan kan profiteren. Tegelijkertijd zijn de lasten van de transitie ongelijk verdeeld, bijvoorbeeld de verzwaring van het elektriciteitsnet is locatie gebonden.

Maar er spelen meer zaken die op dit gebied aandacht vragen. “Juist mensen met een laag of modaal inkomen wonen vaak in slecht geïsoleerde huizen. Door de sterk gestegen energieprijzen hebben ze het extra zwaar gekregen. maar hebben ze beperkte kansen om dit te verbeteren met zonnepanelen of isolatie. Min of meer hetzelfde geldt voor mensen met koopwoningen die kampen met een te hoge hypotheek om in energiemaatregelen te investeren. Zijn ze daarnaast, bijvoorbeeld voor hun werk, afhankelijk van een auto, dan is dit eveneens een extra kostenverzwaring. In onze verkenning hebben we met name gekeken waar dit soort knelpunten ontstaan in het beleid voor de energietransitie.”
Ongelijkheid verkleinen, draagvlak vergroten
De verkenning is gemaakt om te voorkomen dat Amsterdam met haar energiebeleid de bestaande ongelijkheid verder vergroot, te meer daar dit het draagvlak ervoor kan verlagen. “Een dubbele reden dus”, aldus adviseur Karin de Nijs. “Niet iedereen is in staat energiemaatregelen te nemen, neem huurders of mensen met een kleine portemonnee. We weten dat circa 88% van de mensen in een huurwoning die kampen met energiearmoede een laag inkomen. Door het verduurzamen van een woning word je energierekening lager, maar uit onze verkenning blijkt dat juist de groepen die hier dus veel baat bij hebben vaak niet profiteren van de energietransitie. Het risico is dat dit de ongelijkheid in de samenleving vergroot en bevolkingsgroepen verder uit elkaar gaan lopen.”
Vervoersarmoede
Helaas blijft het daar niet bij, vervolgt Karin. “Deze groepen worden bijvoorbeeld ook harder geraakt in de overstap naar duurzame mobiliteit, te meer daar het OV in de stadsdelen waar zij wonen minder goed is. Hetzelfde geldt voor voorzieningen op het gebied van deelmobiliteit. Maak je het gebruik van de brandstofauto duurder of lastiger, dan kan dit leiden tot meer vervoersarmoede.”
Uit de verkenning blijkt verder dat de toenemende netwerkcongestie een drempel kan gaan vormen voor het creëren van nieuwe maatschappelijke voorzieningen. “Het is nu al zo dat nieuwe grootverbruikers in de stad niet zomaar op het net kunnen worden aangesloten. Tot slot kan het voor de medewerkers van voorzieningen, denk aan zorgpersoneel en leerkrachten, lastiger worden om hun werk te bereiken bij de invoering van een uitstootvrije zone, te meer daar veel van hen buiten de stad wonen.”
‘Huishoudens met lage- en middeninkomens blijven
achter in het verduurzamen van hun woning’
Samen en wijkgericht
In het energiebeleid staat tot nu toe doelmatigheid en effectiviteit voorop. “Wij raden aan om hier rechtvaardigheid als derde pijler aan toe te voegen”, aldus Wander. “Onze verkenning leert immers dat hierbij een sociaal verdelingsvraagstuk speelt. Gericht beleid op dit gebied kan voorkomen dat de energietransitie de ongelijkheid verder vergroot. Wees eerlijk over de consequenties voor de portemonnee en compenseer waar de overgang wringt. En communiceer hierover door richting bewoners uit te leggen waarom dit allemaal nodig is en wat het oplevert. Te meer daar uit onze verkenning ook blijkt dat veel bewoners de transitie ervaren als iets dat hen overkomt. Betrek bewoners daarom intensief, te meer daar ze de meeste kennis over hun buurt hebben. Doe het samen en wijkgericht.”

Hoge energielasten blijken bovendien samen te hangen met een hoge maatschappelijke urgentie in wijken, vervolgt Wander. “Wij adviseren ook dit aspect in beleid te vertalen. Dit gebeurt al in het isolatie-offensief van de gemeente. In eerste instantie gaat hierin de meeste aandacht uit naar de buurten waar veel woningen slecht geïsoleerd zijn én veel bewoners met energiearmoede wonen.”
MRA-breed
Een en ander speelt in de hele MRA, blijkt uit eerder onderzoek in metropoolverband. Dit betekent dat andere metropoolgemeenten hun voordeel kunnen doen met dit de verkenning. Karin: “We verwachten zeker dat onze adviezen relevant zijn voor de andere MRA-partners. Om die reden vindt er eind november een bijeenkomst plaats, waar we onze bevindingen zullen delen. Bovendien kunnen we samen een vuist maken voor actie op dit gebied door het nieuwe kabinet. Te meer daar veel van de onrechtvaardigheden die wij hebben gesignaleerd het gevolg zijn van nationale keuzes.”
Ook op het gebied van mobiliteit is regionale samenwerking volgens de verkenning belangrijk voor een rechtvaardige energietransitie. “Amsterdam wil auto’s immers steeds meer uit de stad weren. Dit heeft consequenties voor zowel de bewoners als voor mensen die van buiten voor hun werk naar Amsterdam moeten.” In dit verband wijst Wander erop dat met name in het Noordzeekanaalgebied nogal wat mensen in ploegendiensten werken. “Dit betekent dat veel van hen geen gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer. Alleen met gericht duurzaamheidsbeleid kun je daar een mouw aan passen.”
Gericht beleid
Beiden benadrukken tot slot dat de verkenning focust op het verkrijgen van inzicht. “Het in praktijk brengen van onze bevindingen, waar relevant in MRA-verband, is de volgende uitdagingen”, geeft Karin aan. De eerste stap hiertoe heeft Amsterdam met deze verkenning genomen. De volgende stap is het rapport nu uit te werken in concrete acties, vervolgt Wander. “Waar het om gaat is dat de sociale component van de energietransitie expliciete aandacht krijgt.”