Momenteel neemt Haarlem haar groene stroom af van een energieleverancier. In 2023 wil Haarlem haar energie, samen met andere regiogemeenten, kopen via een energiemarktplaats. Dit stimuleert het opwekken van de energie in de regio. Ook werkt de gemeente sinds kort met een Duurzaamheidsbegroting welke inzicht biedt in de eigen CO2-uitstoot.
“De lokale energiemarktplaats bestaat al eventjes. Maar Haarlem is de eerste gemeente die haar stroom via zo’n marktplaats inkoopt. Het is een mooie stap naar nog duurzamer werken”, zegt Jur Botter, wethouder Bedrijfsvoering. Haarlem is niet de enige gemeente in de regio die gebruik gaat maken van de marktplaats. DFe gemeente doet dit als trekker van het inkoopsamenwerkingsverband gemeente Haarlem (SGH) (Zandvoort, Haarlemmermeer, Amstelveen, Aalsmeer en Spaarnelanden).
Rechtstreeks naar afnemer
Op een energiewerkplaats bieden lokale energieleveranciers – zoals coöperaties die met zonnepanelen – hun elektriciteit aan. De verwachte energiekosten zijn voor de gemeente hetzelfde als in de bestaande inkoopmethode,.
Wie zonnepanelen heeft kan zelf zien wanneer de meeste energie wordt opgewekt en wanneer het gunstigste moment is om elektrische apparaten aan te zetten, zoals een wasmachine. De koppeling tussen opwekken en gebruiken haalt het hoogste rendement uit de zelf opgewekte energie. De prijs die inwoners en bedrijven krijgen voor hun eigen opgewekte energie is in het huidige systeem lager dan de prijs die betaald moet worden voor gebruikte energie.
Op de lokale energiemarktplaats gaat de opgewekte energie rechtstreeks naar de afnemer. Als de afnemer het verbruik aanpast aan de momenten waarop de meeste energie geleverd kan worden is dat winst voor portemonnee en klimaat.
Duurzaamheidsbegroting
Met de Duurzaamheidsbegroting heeft de gemeente inzicht in haar CO2-uitstoot gekregen. De Routekaart Duurzaamheid heeft de opgaven van de verschillende transitiepaden in beeld gebracht. Om de CO2-uitstoot van de gemeente Haarlem verder terug te dringen, is het noodzakelijk om in elk project en bij nieuw beleid de impact op de CO-uitstoot duidelijk te maken. Iedere opsteller van een nota geeft voortaan aan wanneer het nieuwe beleid, voorstel of project impact heeft op duurzaamheid. Dat kan zowel positief als negatief zijn. De onderbouwing bestaat uit een duurzaamheidsargument. Hierin wordt minimaal beschrijvend en waar mogelijk cijfermatig de impact op de duurzaamheidsdoelstellingen aangegeven.
Met de duurzaamheidsbegroting zijn ook twee financiële instrumenten ontwikkeld. Hiermee is financiering mogelijk van een duurzamere oplossing:
- Bespaart de gemeente energie met het nieuwe beleid, voorstel of project, geef dan inzicht in de ontstane financiële besparing. Wanneer de investering rendeert kan er mogelijk een beroep worden gedaan op het Revolverend Fonds Energiebesparing (RFE). Dit is een fonds waar de besparing in terecht komt en waarmee dezelfde afdeling later weer nieuwe energiebesparende maatregelen kan nemen.
- Er kan een beroep worden gedaan op de Stelpost Duurzaamheid wanneer een duurzame keuze meer kost dan het beschikbare budget. De financiële baten van de duurzame keuze kunnen naar voren worden gehaald. De levensduur van een straat kan bijvoorbeeld worden verlengd van 30 naar 40 jaar wanneer gekozen wordt voor duurzamer materiaal dat in beginsel meer kost, maar langer meegaat.