Bij het aardgasvrij maken van de gebouwde omgeving kunnen lokale warmte-initiatieven een belangrijke rol spelen. Vooral omdat de aanleg van een warmtenet vaak substantiële maatregelen in iedere woning vereist. Zonder de medewerking van woningeigenaren en bewoners zal in de praktijk weinig voortgang kunnen worden geboekt.
Bewonersinitiatieven zijn vaak beter dan gemeenten en warmtebedrijven in staat om achter de voordeur te komen. Dat concluderen Klimaatstichting HIER en Energiewerkplaats Fryslân in de publicatie Financiering van de warmtetransitie in de wijk.
Op dit moment is het in de praktijk nog nauwelijks mogelijk om tot een haalbare business case te komen zonder subsidie van het Programma Aardgasvrije Wijken. Dit leerprogramma is gericht op ongeveer 50 wijken. Om de doelen van het Klimaatakkoord te halen moeten tot 2030 in zeker 1.000 wijken een warmtenet wordt aangelegd. Dit lukt alleen als het nieuwe kabinet zo snel mogelijk een structurele aanpak ontwikkelt, die ook voor bewonersinitiatieven toegankelijk is. Daarbij gaat het met name om een voucher voor woningeigenaren en een investerings- en subsidie-instrument voor warmtenetten.
Het investerings- en subsidie-instrument voor warmtenetten bestaat uit een garantiefonds, medefinancieringsmogelijkheid van de overheid en een exploitatie-subsidiëring van de onrendabele top voor duurzame bronnen. Om bewonersinitiatieven de mogelijkheid te bieden in samenspraak met de gemeente tot een succesvol wijkwarmteplan te komen is er binnen dit instrument een regionaal loket nodig voor bewonerscoöperaties dat kan helpen met:
- Een (hoog)rentende, getrancheerde lening om de ontwikkelkosten te financieren tot financial close;
- Een laagrentende, converteerbare, achtergestelde lening (bij closing) die aanvullend is op de overige financiering;
Dit loket kan daarnaast bijdragen aan de borging en het beschikbaar stellen van de maatschappelijke kennis rond warmtenetten.