Dennis Hermans werk sinds kort aan een bundeling van krachten op lobbygebied voor de transitie naar een circulaire economie in de Metropoolregio Amsterdam. Nu doen de MRA-partijen dit vrijwel uitsluitend individueel. “De krachtenbundeling vergroot de effectiviteit van de activiteiten op dit gebied.” Naast de coördinatie trekt Hermans twee inhoudelijke onderwerpen: textiel en belastingen. Inhoudelijk worden hij en zijn collega’s gevoed door de recent vastgestelde lobbyagenda van de MRA.
De Metropoolregio Amsterdam steekt veel energie in het ondersteunen van bedrijven in de transitie naar een circulaire economie. “Hulp vanuit Brussel en Den Haag is daarbij hard nodig”, schetst Dennis Hermans het belang van de nieuwe loot aan de MRA-stam. “Wij zijn dus sterk afhankelijk van wat daar gebeurt. Met gerichte lobbytrajecten kunnen we de te volgen groene koers beïnvloeden. Denk aan mogelijkheden om meer innovatie, kennis en financiering naar de MRA te halen.”
Hermans, werkzaam bij de provincie Noord-Holland, ziet zeker kansen om succes te boeken in Brussel. Te meer daar onder aanvoering van Timmermans inmiddels stappen in de goede richting zijn gezet als het gaat om het stimuleren van een circulaire economie. “De MRA ziet echter nog veel ruimte voor verbetering. Overigens zeker niet alleen op Europees niveau. Ook in Den Haag dienen we meer ons gezicht te laten zien.” De lobby-inzet richt zich om die reden op zowel Brussel als Den Haag. “Dit verschilt per onderwerp. Op bijvoorbeeld het terrein van textiel heeft het meerwaarde om de Europese kaart te spelen, terwijl als het gaat om een onderwerp als duurzaam bouwen er vooral kansen in Nederland zelf liggen.”
Lobby-agenda MRA
De recent vastgestelde lobby-agenda biedt inhoudelijk houvast voor de inzet van Hermans en zijn collega’s. “De volgende stap is dat we voor de verschillende onderdelen uitzoeken waar en bij wie we terecht kunnen. Vervolgens gaan we daar activiteiten aan verbinden. Denk aan het uitnodigen van betrokkenen voor een werkbezoek of het organiseren van een bijeenkomst met bestuurders. Maar het gesprek aangaan met collega’s in Europa maakt ook onderdeel uit van de activiteiten. Hetzelfde geldt voor het aanstellen van een lobbyist in Brussel. Er zijn allerlei opties. Die zetten we nu op een rij in een uitvoeringsagenda.” Daarbij is ook oog voor de rolverdeling tussen ambtenaren en bestuurders. “Veelal, zeker in de voortrajecten, spelen de activiteiten zich op ambtelijk niveau af. Wij bedenken wat er aan lobbywerk moet gebeuren en waar dat moet plaatsvinden. In veel gevallen zullen wij ook de persoon zijn die dan met een ambtenaar van de EU of iemand van het Rijk in gesprek gaat. Maar soms heb je op bestuurlijk niveau iemand nodig om een punt een bepaald gewicht mee te geven of een brief te ondertekenen.”
Vijf thema’s
De lobby-agenda zet in op vijf thema’s: textiel, plastic, bouw, stedelijk afval en vergroening van het belastingstelsel. “Het vijfde onderwerp is overkoepelend”, geeft Hermans aan. “Op vervuiling en verspilling van grondstoffen wordt nog heel weinig belasting geheven. Een deel van onze inzet richt zich daarom op het verhogen van de heffingen. In het verlengde hiervan willen we dat de belasting op arbeid juist omlaag gaat. Voor circulair werken is namelijk veel arbeid nodig. Dit jaagt bedrijven op kosten die het vergroenen hun activiteiten bemoeilijken.” Op het gebied van textiel, het andere onderwerp dat hij inhoudelijk trekt, richt de inzet zich onder meer op het verplicht verwerken van een percentage recyclebaar materiaal in nieuwe truien en broeken. “Dit gebeurt nu wel, maar te sporadisch. We denken ook aan een verbod op de verbranding van textiel.”
Behoefte aan meedenkkracht
Als het aan Hermans ligt wordt er vaart gemaakt met de nieuwe MRA-activiteit. “Ik hoop zo snel mogelijk in het nieuwe jaar op een rij te hebben wat we gaan doen. Dan kunnen we eind 2023 een flink deel van die activiteiten in gang hebben gezet.” Met het oog op dit laatste is hij nog naarstig op zoek naar een trekker voor het onderdeel plastic. “Geïnteresseerden kunnen zich bij mij melden. Overigens hebben we ook behoefte aan mensen met expertise op de andere inhoudelijke lobbythema’s. Meedenkkracht kunnen wij over de volle breedte heel goed gebruiken.”
Over het belang van het bundelen van de lobby-activiteiten onder de vlag van de MRA hoeft Hermans geen seconde na te denken. “Impact maken. Stel dat wij als provincie Noord-Holland een activiteit in Brussel organiseren. Dan komt het veel beter over als je zegt van ‘wij vertegenwoordigen de Metropoolregio Amsterdam. Dat klinkt veel krachtiger.”