De productie van textiel zorgt voor veel milieuvervuiling en vindt vaak plaats onder slechte arbeidsomstandigheden. Daar komt bij dat enorm veel kleding bij het afval belandt. “De MRA heeft de handschoen opgepakt om deze vervuiling en verspilling de kop in te drukken”, vertelt programmamanager Marten Boels. De lat ligt hoog: de metropoolregio zet in op 70% circulaire textielverwerking medio 2030. “Een forse ambitie”, beaamt Marten. “Dit betekent een stap harder en verder.”

Marten maakt direct duidelijk dat textiel niet zomaar is benoemd tot een van de hoofdactiviteiten van de circulaire agenda van de MRA.In de eerste plaats telt onze regio het grootste aantal textielondernemers van Nederland. Maar liefst een kwart van de textielindustrie is in onze regio gevestigd. Wat ook meteelt is dat we met textiel echt impact kunnen maken, zowel op duurzaamheidsgebied als op sociaal gebied. Verder zet de regio in op 100% circulair in 2050. Onze inzet op textielgebied maakt een belangrijk deel uit deze doelstelling.”

Marten Boels: “Veel partijen in de keten kennen hun overbuurman niet”

Speerpunten
Houvast op de weg naar dit doel biedt de Visie en Roadmap Circulair Textiel. “Een prachtige routekaart, waar overigens wel het nodige aan vooraf ging”, vertelt Marten. “Het is een lang en complex proces geweest om te komen tot dit document. Niet alleen zijn er veel stakeholders om afspraken mee te maken, ook verschillen de invalshoeken.”Maar het resultaat mag er volgens hem zijn. “We hebben met dit docement een mooie stip aan de horizon kunnen zetten als regio.” De inzet richt zich in eerste instantie op twee speerpunten. “Eén is circulaire esthetiek, de manier waarop wij met kleding en mode omgaan. Om te komen tot een verandering in het systeem moet de mentaliteit op dit gebied drastisch veranderen. Denk aan kleding leasen in plaats van kopen of het langer dragen ervan. Bij dit laatste hoort zeker ook het vaker repareren van kleding.”

Het tweede speerpunt richt zich op de recycle-industrie. “Die moet drastisch opschalen, met name om textiel te verwerken dat niet meer herdraagbaar is. Omdat het compleet uit de mode is, of omdat het kapot of vies is. Nu wordt het merendeel hiervan verbrand. Heel veel textiel komt namelijk in de restafvalbak terecht. Mensen moeten echt leren om hun afval te scheiden en de textielbak gebruiken voor kleding die wordt weggedaan. Plus kleren langer dragen Ven geen troep kopen die snel kapot gaat.” Ook de productiekant moet flink op de schop. “Technologische innovatie is hard nodig om onze doelstelling te halen. Zo divers als de kleding die men draagt, zo divers moet ook de recycling ervan worden. En des te beter je kleding kan scheiden op soort en op kleur, des te beter kan je het gebruiken in nieuwe producten.” Als voorbeeld noemt Marten de denim deal van de MRA en andere partijen zoals het Ministerie van I&W en denimproducenten. “Dit betekent dat alles wat van denim is kan worden toegepast in nieuwe jeans. Alleen gebeurt dit nu nog in kilo’s, terwijl we tonnen nodig hebben.”

Producentenverantwoordelijkheid
De ambitie is helder. Maar hoe wil de MRA bereiken dat medio 2030 daadwerkelijk 70% textiel wordt hergebruikt? “Dat is de hamvraag. We zetten in op een grote diversiteit  aan activiteiten. In de eerste plaats gaan we een goede structuur voor samenwerken optuigen. Vervolgens is het zaak hier voldoende financiering voor te regelen om alle innovaties in gang te zetten. Dat doen we bijvoorbeeld ook door lobby in de EU. Daar zijn we onder meer als koploper geselecteerd en hebben we, samen met de provincie Noord-Holland, een lobby-strategie in uitwerking,.”

Voor het succes van de activiteiten verwacht Marten veel van het UPV-model. De afkorting staat voor uniforme producenten verantwoordelijkheid. Samen met wat andere koplopende regio’s hebben wij een jaar of vier geleden een visie op circulair textiel aangeboden aan de staatssecretaris. Kennelijk heeft dat gewerkt, want er is nu een UPV in de maak. Zodra dit model is ingevoerd, iets wat dit jaar waarschijnlijk nog gaat gebeuren, zijn producenten verantwoordelijk voor het textiel wat zij op de markt brengen. Hieraan zijn dan randvoorwaarden verbonden met betrekking tot recycling, materiaalhergebruik en vergroening.”

‘Met Enschede, Tilburg, Arnhem-Wageningen is
de MRA één van de vier koploperregio’s’

Hoofdrol MRA
Marten ziet een hoofdrol voor de MRA als het erom gaat de nieuwe aanpak te doen slagen. “Zo zijn we onderdeel van de Dutch Circulair Textile ValleyerV. Samen met Enschede, Tilburg, Arnhem-Wageningen zijn we hierbinnen één van de vier koploperregio’s. Gezamenlijk houden we ons nadrukkelijk bezig met de vraag hoe we handen en voeten kunnen geven aan de UPV-doelstelling.” Daarvoor is de medewerking van alle MRA-gemeenten hard nodig, benadrukt Marten. ”Zij hebben de verantwoordelijkheid om de inzameling goed te organiseren. Dit kan onder meer via het opschalen van textielbakken en inzamelmethodes.”

Maandag Wasdag / Reflow-project
Afgelopen najaar ondertekende de MRA, samen met afvalverwerkers, bedrijven en wetenschappers, de Green Deal Circulair Textiel. Ook de hierin vastgelegde afspraken kunnen zorgen voor een fikse versnelling op de weg naar een circulaire textielregio. “Inmiddels hebben we op basis van de deal met alle partijen die in onze regio actief zijn gesprekken gevoerd. Dit gebeurde onder de noemer ‘Maandag Wasdag’. Wat opviel is dat veel partijen in die keten hun overbuurman niet kennen. En dat terwijl de Green Deal vooral inzet op initiatieven van ondernemers om meer met elkaar samen te werken.”

Een mooi voorbeeld van wat er mogelijk is, vindt Marten het Repair Centre waarbinnen verschillende bekende merken samenwerken. “Stel je koopt als consument een jas van het merk Patagonia. Op een gegeven moment gaat er iets aan stuk, dan stuur je hem terug naar de fabrikant die ‘m  op zijn beurt naar het centrum stuurt om te repareren.”

Marktconsultatie en meer
Een actie waar Marten dit jaar veel van verwacht is een marktconsultatie. “We willen de markt prikkelen om na te denken over het vraagstuk. Stel dat we de 330 miljoen kilo die we hebben aan textiel allemaal naar een en hetzelfde  bedrijf brengen, wat is er dan mogelijk aan innovatie om daar iets mee te gaan doen. Verder willen we dit jaar een community of practice starten rondom het circulair inkopen van textiel. Iedereen die iets van doen heeft op dit gebied kan zich aansluiten.”

Een overkoepelnde activiteit betreft het ontwikkelen van een concreet uitvoeringsplan. “Hierin leggen we vast wat er daadwerkelijk staat te gebeuren om als regio onze doelstellingen waar te maken.” Over het uiteindelijke succes kan Marten nog niets zeggen. “Aan de ene kant zie ik veel beweging. De noodzaak en de urgentie zijn voor iedereen hartstikke duidelijk. Daar staat tegenover dat het veel moeite kost om iedereen aan boord te krijgen en te motiveren. Ga je als ondernemer voor je individuele doelstellingen of ga je ook tijd investeren in een maatschappelijk doel met een onzekere uitkomst. Ik zie voor ons een rol weggelegd om de twijfelaars over de streep te trekken.”