De bouw gebruikt nog steeds niet op grote schaal biobased materialen. Veelal zijn de risico’s ervan te groot voor bouwbedrijven. De Technische Universiteit Eindhoven wil hen helpen het roer om te gooien. Dit gebeurt met onderzoek met behulp van sensoren die signaleren hoe nieuwe biobased materialen zich gedragen. Dus voordat het ‘mis’ zou kunnen gaan, krijgen bouwbedrijven een signaal waardoor zij tijdig kunnen ingrijpen. Deze innovatie, tot stand kwam met een flinke Europese subsidie, kan het gebruik van biobased materialen in de bouw een enorme boost geven.
De bouwsector veroorzaakt 30% van de emissie van broeikasgassen en wereldwijd gaat één derde van de totale grondstofwinning op aan de bouwsector. Kortom, het mag duidelijk zijn dat voor zowel de energie- als de grondstoffentransitie het enorm belangrijk is dat bouwbedrijven biobased materialen gebruiken.
Onzekerheid wegnemen
Helaas is de bouwwereld soms terughoudend om innovaties toe te passen. Dit komt met name doordat bouwbedrijven wel 5 tot 10 jaar na de bouw aansprakelijk zijn voor het gebruikte bouwmateriaal. Het gaat daarbij niet alleen om het materiaal zelf, maar ook om eventuele gevolgschade.
Om deze onzekerheid bij bouwbedrijven weg te nemen, past de Technische Universiteit Eindhoven sensoren toe die de conditie van de biobased materialen nauwkeurig monitoren. De sensoren geven niet alleen door wanneer er iets mis is, maar ook hoe het met het materiaal gesteld is. Al tijdens het gebruik, bijvoorbeeld als mensen op de brug staan te springen, is hierover informatie beschikbaar.
Veilig testen in de praktijk
“De sensoren zijn op diverse schaalniveaus gebruikt in de praktijk”, vertelt Faas Moonen. “Dit hebben we gedaan in een brug in het laboratorium van de TU Eindhoven en in de brug op de Floriade in Almere. Hetzelfde gaan we binnenkort doen bij een brug in Ulm in Duitsland en in Bergen op Zoom.” Moonen is universitair hoofddocent en projectleider van Living Lab: Structural Health in BioBased Constructions. “Uit de testen kwamen steeds weer verbeterpunten naar voren. Dit stelde ons in staat om een nieuwe versie van de brug te maken. Bij beton en hout kennen we de mechanismen en weten we intussen wanneer dingen fout kunnen gaan. Bij het gebruik van biobased materiaal, in dit geval hars en vlasvezels, weten we dat grotendeels, maar nog niet precies. Als je continu monitort kun je niet altijd voorkomen dat het fout gaat, maar je kunt de gevolgen wel voorkomen, omdat je deze ziet aankomen. Met onze innovatieve sensoren kunnen we dus veilig testen in de praktijk.”